Spelregels Petanque sport januari 2018

Spelregels Pétanque sport.

Een korte samenvatting van de belangrijkste veranderingen

n.a.v. het verschijnen van het vernieuwde reglement.

Dit als aanvulling / toelichting op de bestaande spelregels.

Voor de volledige regels zie het boekje reglement NJBB 1 maart 2017.

( Door wedstrijdcommissie De Krómme Herk Velden.

1. Over de werpcirkel.

a. Bij start wedstrijd: De werpcirkel moet 1 meter van de achterlijn/-balk en 25 cm van  de zijlijn getrokken worden. De cirkel moet tussen 35 en 50 cm in doorsnee zijn.

b. Bij alle volgende werprondes wordt de werpcirkel getrokken rond de plek waar de but ná de vorige werpronde lag en 50 cm. van de zijlijn
Wanneer vanaf de plek van de but de werpafstand tot einde baan(of balk) korter is dan 11 meter (incl. 1 meter van de achterlijn), mag de but in een rechte lijn naar achteren worden geplaatst op een werpafstand tot de but van 10 meter. De but moet minimaal 1 meter van de achterbalk liggen

2. Over de but.

a. De eerste speler gooit de but op, die tussen 6 en 10 meter van de werpcirkel moet liggen en 50 cm. van de zijlijn.
Als hieraan niet is voldaan mag de tegenspeler de but op een plek leggen die wel aan bovengenoemde richtlijnen voldoet.
b. De but of de boule is ‘uit’ als deze van boven gezien in zijn geheel over de lijn is, of de balk geraakt heeft. Wanneer de but of de boule door iets of iemand wordt verplaatst (bv. vanuit een andere baan), kan deze alleen op de oorspronkelijke plek gelegd worden als deze gemarkeerd was. Is dit laatste niet het geval moet de but of de boule op de nieuwe plek blijven liggen.
c. Wanneer tijdens het spel de but buiten de baan terecht komt en één team geen boules meer heeft, dan tellen het aantal boules dat het andere team eventueel nog in handen heeft als punten voor dit team.(zie ook punt 4).

3. Over de boules.

a. Een boule moet opnieuw worden geworpen als deze onderweg van de cirkel naar de but is tegengehouden of uit koers is geraakt door een boule of but uit een andere partij of door iets anders.
b. Als een geworpen boule per ongeluk van richting wordt veranderd door een medespeler van het team, is deze boule ongeldig en moet deze uit het spel worden genomen. Als een speler voor zijn beurt gooit, moet ook deze boule uit het spel worden genomen.
c. Wanneer een speler zijn boule(s) opraapt terwijl zijn medespeler nog boules te spelen heeft, moeten de opgeraapte boules uit het spel genomen worden, en mag diens medespeler zijn boules niet meer gooien.
d. De speler die gooit mag 1 willekeurige inslag dichtmaken.

4. Over punten en meten.

a. Om te kunnen meten mag een boule worden weggenomen, na te zijn gemarkeerd.
b. Een meting gebeurt door het team dat de laatste boule heeft gegooid.De tegenstander heeft altijd het recht na te meten.
c. Een te meten punt gaat verloren als iemand van het team die de meting uitvoert, als iemand van dat team de but of een van de betwiste boules verplaatst.
d. Boules die te vroeg worden opgeraapt (bv. voordat het aantal punten is overeengekomen) tellen niet mee.
e. Wanneer de scheidsrechter meet moet men 2 meter afstand houden.
De meting door een scheidsrechter is beslissend.

5. Over het gedrag van spelers en toeschouwers.

a. Spelers moeten achter de speler of 2 meter achter de but staan.
Alleen de medespeler mag tussen speler en but staan.
b. Wanneer de speler zijn boule gaat gooien mogen andere spelers en toeschouwers niets doen dat de speler afleidt.

NB: Bij situaties die zich voordoen waarin deze spelregels niet voorzien: dan gelden de uitgebreide regels van het ‘Internationaal Spelreglement Petanque c.q. de beslissing van de wedstrijdleiding.

 

===========================================Velden, januari 2018